Strip ongeveer 2-3 cm (1 inch) van de buitenmantel van de kabel met behulp van een kabelstripper.
Draai de draadparen uit elkaar en rangschik ze volgens het kleurenschema (meestal volgens de T568A- of T568B-standaarden).
Open de Krone-module (als deze een deksel heeft) of lijn de draden uit met de Insulation Displacement Connector (IDC)-sleuven.
Plaats elke draad in de bijbehorende sleuf (zorg voor de juiste paring):
Gebruik een Krone punch-down tool om elke draad stevig in zijn sleuf te drukken.
De tool knipt overtollige draad af en zorgt voor een gasdichte verbinding.
Zorg ervoor dat alle draden volledig zijn aangesloten en dat er geen strengen uitsteken.
Als de module een beschermkap heeft, sluit deze dan om de verbindingen te beschermen.
Als u de module op een patchpaneel of distributiekader monteert, klik of schroef deze dan op zijn plaats.
Gebruik een kabeltester om de continuïteit en de juiste bedrading te controleren.
Controleer op overspraak of losse verbindingen als er signaalproblemen optreden.
Contactpersoon: Mr. Henry
Tel.: +86-13857874858
Fax: 86-574-27877477